Daglicht vuistregels


Vuistregels voor een goed daglicht ontwerp

  • DAGLICHT IN GEBOUWEN OPTIMALISERENHoud rekening met de oriëntatie (noord/oost/zuid/west) van de bouwkavel. En benut deze kennis gedurende de eerste schetsen van de gebouwvorm.
  • Inventariseer de omliggende bebouwing en begroeiing. Deze kunnen invloed uitoefenen op de daglichttoetreding van het te ontwikkelen gebouw.
  • Houd rekening met de locatie op aarde en de daar aanwezige klimatologische omstandigheden met betrekking tot het lichtontwerp ende toepassing van daglichtsystemen. Veel daglichtsystemen functioneren vooral met directe zonnestraling. In Nederland komt gedurende slechts 30-35% van de tijd dit directe zonlicht voor.
  • Controleer het bestemmingsplan op toekomstige bouwprojecten die de daglichttoetreding van het te ontwikkelen gebouw kunnen beïnvloeden.
  • Gebruik licht gekleurde buitenmaterialen voor horizontale delen die door reflectie voor extra daglichttoetreding in het gebouw kunnen zorgen. Bijvoorbeeld door water (vijvers), wit grind, lichtgekleurde dak-materialen toe te passen.
  • Stel het gebouw ‘bloot’ aan daglicht. Door gebruik te maken van atria, insnijdingen e.d. wordt meer gevelomtrek verkregen waardoor meer daglichttoetreding mogelijk is. Eén en ander moet wel in overeenstemming zijn met het thermische energie-efficiënte karakter dat in een ideale situatie een compacte vorm voorschrijft.
  • Gebruik profilering van de doorsnede van de gebouwmassa voor daglichttoetreding en schaduwwerking. Een terrasvorm biedt kansen voor veel daglichttoetreding; overstekken zorgen voor schaduw op het gevelvlak.Daglichtsystemen en dakramen DAKDIDAK altijd een oplossing
  • Voer ongeveer 40% van het geveloppervlak als lichtopening uit. Veel lichtopeningen en daarmee daglicht is niet per definitie goed. Een percentage boven deze richtwaarde kan namelijk als gevolg van een te hoge zon-instraling klimatologische problemen en visueel discomfort opleveren.
  • Stem de situering van de verschillende functies in het gebouw af op de (dag)lichtbehoefte. Dit door een zonering toe te passen waarbij functies die meer daglicht behoeven dichter bij de gevel worden geplaatst.
  • Hoge ruimten met hoge ramen geven veel licht. Ontwerp ruimten met een hoog plafond en hooggeplaatste lichtopeningen voor daglichtinval diep in het vertrek. De diepte van de ruimte kan worden afgestemd op de hoogte van de gevel met de lichtopening. (diepte ca. 1,5 – 2 x afstand bovenzijde raam naar vloer).
  • Maak daar waar mogelijk gebruik van bovenlichten. Dit vanwege het hogere daglichtrendement, in vergelijking met een zijlicht. Pas bij bovenlichten zon- en daglicht regulerende voorzieningen toe.
  • Pas, daar waar mogelijk, aan weerszijden van een ruimte lichtopeningen toe. Hiermee wordt een goede daglichttoetreding en gelijkmatigere lichtspreiding in de ruimte verkregen.
  • Pas het aantal en de grootte van de lichtopeningen in een gevel aan op de specifieke eigenschappen van de zonnestand horende bij de verschillende geveloriëntaties: a. noord: gelijkmatige lichtinval, zon regulering niet nodig, lichtregulering wel. b. zuid: door direct zonlicht veel natuurlijk licht mogelijk, zon regulering relatief eenvoudig door steile zonnestand. c. west/oost: moeilijke zon regulering door lage zon-instraling.
  • Gebruik voor gevelramen horizontale lichtopeningen. Deze hebben een beter rendement ten aanzien van de daglichtopbrengst en zorgen voor minder contrast. Een verticaal raam daarentegen biedt meer mogelijkheden voor een goed uitzicht. Voldoende uitzicht is van groot belang voor de gebruiker. Deze eis kan tegenstrijdig zijn met maatregelen die noodzakelijk zijn voor het optimaliseren van het daglichtklimaat.
  • Besteed aandacht aan het ontwerp en de detaillering van de lichtopeningen (vorm dag-kanten, materialisatie, kleur etc.). Dit ter bevordering van daglichtspreiding en het tegengaan van hinderlijk contrast.verbouwingen en verbouwen samen met DAKDIDAK
  • Kies lichte kleuren voor het interieur om zo licht-reflecterende oppervlakken te krijgen. De kleuren en materialen van het interieur kunnen worden afgestemd op de benodigde reflectie: plafond – hoge reflectie, wand – middelmatige reflectie, vloer – lage reflectie.
  • Denk in een vroeg stadium na over het kunstlicht. Neem het kunstlichtplan mee in de ontwikkeling om tot een goede afstemming tussen daglicht en kunstlicht te komen. Dit door zonering van kunstlicht en daglichtafhankelijke schakelsystemen (evt. gebouw management systeem).
  • Toets het ontwerp. Maak een daglichtmodel van het ontwerp door gebruik te maken van simulatiesoftware of door een maquette. Een voorbeeld van de gratis EHBL-software (Eerste hulp bij lichtprojecten) is te verkrijgen via de de website van Senter-Novem.
  • Haal inspiratie uit reeds gerealiseerde gebouwen waar daglicht de voornaamste verlichtingsbron was.
Bron: Ministerie van Volkshuisvesting
Publicaties • EnergiebesparingsMonitor gebouwde omgeving 2003; SenterNovem, Utrecht; 2004 • Living Daylight – Daglicht in de architectuur; Aeneas, Boxtel; 2006 • Daglicht in het ontwerp van utiliteitsgebouwen; SBR, SenterNovem, Rotterdam; 2003 • Praktijkboek Gezonde Gebouwen; SBR, Rotterdam; 2002 • Lekker Licht – Een pleidooi voor natuurlijk licht; SenterNovem; nr. 2 – 2005